Hofstelsel
Na het vertrek van de Romeinen verdwenen de handel, het geldstelsel en ook de steden. De economie was sterk afhankelijk van de landbouw.
Landheren & horigen
Mensen leefden in de tijd van de monniken en ridders in een onrustige tijd , waarin veel werd gevochten. Er was geen centraal bestuur, daardoor was er veel onveiligheid. Landheren zorgden voor de bescherming van boeren die in hun gebied leefden. In ruil voor deze bescherming moesten de boeren een deel van de oogst aan de heer afstaan. Ze moesten ook herendiensten verrichten , zoals brandhout leveren , of op sommige dagen op het land van de heer werken. In ruil voor deze diensten en de beperking van hun vrijheid mochten de boeren bij gevaar naar het huis van de heer vluchten. De heer leefde op het vroonland. In een kasteel meestal. De boeren leefden op het hoeveland. Dit systeem van bescherming in ruil voor horigheid wordt ook wel het Hofstelsel genoemd.
Standenmaatschappij
Door het Hofstelsel ontstond er een maatschappij waarin de positie van mensen bepaald werd door het bezit van grond en geboorte. Deze maatschappij was verdeeld in standen. Bij de geboorte was al bekend tot welke stand je behoorde. Er waren 3 standen: Adel , geestelijkheid, en vrije boeren.